Johan en Mark van der Ende zijn vader en zoon èn ze zijn allebei boa in Rotterdam. Johan is een boswachter en werkt in domein 2, zoon Mark is handhaver Jeugd en is werkzaam binnen domein 1. Mark kreeg het boa-vak met de paplepel ingegoten, als kind ging hij in het weekend vaak met zijn vader mee.
door: Annemiek Brumsteede
Vader Johan: “Ik ben het vak in gerold. Ik was hovenier bij de gemeente in de wijk Feijenoord. Een achterstandswijk in die tijd. Er was veel werkloosheid, dus die mensen werden in het park aan het werk gezet door de gemeente. Ik werd hun begeleider. In de tussentijd mocht ik de opleidingen boa en jachtopzichter doen. Langzamerhand hield het banenpoolen op; toen er iemand van de boswachterij met pensioen ging kon ik zo overstappen. Toen ik net boa was had je nog 106 verschillende soorten boa’s. Dat is toen veranderd in de zes domeinen. Mark en ik werken allebei bij Stadsbeheer Gemeente Rotterdam, maar hij zit bij de afdeling Toezicht & Handhaving, Handhaving Jeugd en ik bij Openbare Werken.”
Wandelende encyclopedie
“Mijn grootste taak is niet het handhaven, ik doe nog veel meer. Het kan van alles zijn. Wij hebben de regie over vier hertenkampen en ook over drie plekken met Schotse Hooglanders. We geven veel voorlichting aan mensen. De gekste vragen krijg je. Laatst was er iemand die me vroeg of ik niet een nieuwe broedplaats kon maken voor een muskus eend, want de buurman had de heg weggehaald waar het beestje een nest had gemaakt.
Je moet best veel weten als boswachter. Alles verandert zo snel. Een nieuwe collega die wordt ingewerkt die zei: ik loop de hele dag met met wandelende encyclopedieën wat jullie allemaal weten is onvoorstelbaar.”
Onderweg oefenen
“Door mijn vader ben ik ook boa geworden. Vanaf mijn vijfde tot mijn twintigste ging ik in de weekenden met hem mee”, vertelt Mark.
Johan herinnert zich de autoritten nog levendig: “Onderweg was ik altijd straten met hem aan het oefenen. Later oefenden we ook wet- en regelgeving.”
Mark: “Toen ik in Rotterdam bij Handhaving ging werken werd ik op Zuid geplaatst. Als je het daar niet kent is het een doolhof. Kwam er dan een urgente melding binnen, dan wist ik alle tussendoorroutes. Dan zeiden ze: zo jij bent er snel! Inmiddels werk ik aan de andere kant van Rotterdam en daar moet ik wel nog zoeken.”
Ganzen op de snelweg
“Ik vond het altijd fantastisch om met mijn vader mee te gaan. Er gebeurde altijd wel wat, bijvoorbeeld losgebroken dieren. Of we kregen melding dat er afval gedumpt was in hertenkamp; hartstikke gevaarlijk voor de dieren. Ik vond dat allemaal interessant”, vertelt Mark over zijn vaders werk. “Een keer zat er een zwaan op een gevaarlijk kruispunt waar 80 km per uur gereden wordt. De meeste mensen rennen weg, maar wij liepen er juist naar toe om het dier te vangen. Vroeger kwam alles op mijn vader af, er bestond geen piketdienst.”
Johan: “Dan moest ik ’s avonds naar de A13 omdat er ganzen in de middenberm zaten. De weg was aan twee kanten afgezet. Ik zei ‘poelepoele’ en hup, ze gingen naar de zijkant van de weg. Maar je moet natuurlijk wel wat weten over het gedrag van dieren. Als je uitgebroken Schotse Hooglanders gaat opjagen, dan kan je de grootste ongelukken krijgen, je moet ze juist meelokken door eten bijvoorbeeld. Hoe rustiger ze zijn, hoe gemakkelijker je ze terug kunt zetten.”
Kuddedieren
Johan: “Mijn vrouw vervloekte het weleens, maar ik was echt zeven dagen per week 24 uur per dag met het werk bezig. Iedereen wist me altijd te vinden. Het leuke vind ik: je gaat met mensen en met dieren om. Wie ik leuker vind? Eigenlijk mensen: hun reacties en hoe ze zich gedragen. Maar mensen gedragen zich bijna als een dier hoor. Zo is in een club altijd iemand de leider. Dat is in een kudde met dieren ook zo natuurlijk. Als je weet wie de leider is en je pakt die, dan heb je de rest ook. Dat geldt voor mensen en dieren.”
Mark: “Als handhaver Jeugd heb ik veel met groepen te maken. Daar zie je inderdaad hetzelfde principe. Voor je een groep aanspreekt bekijk je eerst wie de leider is en wie de volgers zijn. Al moet je ieder gezelschap wel benaderen op een manier die passend is bij die mensen.”
Johan: “Dat doet hij goed hoor. Je kan echt merken dat Mark al die jaren met mij heeft meegelopen, hij kent iedereen bij de gemeente Rotterdam. Ik ben hartstikke trots op hem.”
foto: Marianne van Smaalen