Boa Raymond Habets uit Kerkrade wordt tijdens zijn werk door een voortvluchtige verdachte aangereden en raakt gewond aan zijn hoofd. “Dit had ook in het mortuarium kunnen eindigen.”

Het is vrijdagmiddag 16 februari 2018. Raymond wordt op straat voor een cafetaria aangesproken door een man. De man zegt iets over een vergunning die nog niet is afgegeven. Er ontstaat een normaal gesprek wat eindigt met Raymonds vraag met wie hij heeft gesproken. “Een check. Het bevestigde mijn vermoeden. De man stond in de briefing die ik eerder die dag bij de politie bijwoonde.”
De man loopt het cafetaria binnen. Raymond belt direct de meldkamer en zijn leidinggevende. Binnen een paar seconden komt de politie aanrijden. Net voordat zij ter plaatse zijn gaat het allemaal heel snel. De verdachte heeft het door, stapt in zijn auto en gaat er vandoor. Hij rijdt over de benen van Raymond heen. Die valt met zijn hoofd op de stoeprand. En dan wordt alles stil.

Raymond Habets, boa en coördinator –  Team Handhaving gemeente Kerkrade

Visje

“Ik werd wakker in de ambulance. Het eerste wat je denkt is: waarom lig ik hier? Later vertelde mijn leidinggevende dat ik als eerste zei: het is vrijdag. Ik heb mijn vis gemist, ik heb honger. Op vrijdag halen we altijd een visje op de markt, vandaar. De ambulancebroeder zei daarop: jij krijgt voorlopig helemaal niets te eten. Vervolgens schijn ik tien keer aan mijn leidinggevende, die in de ambu erbij zat, te hebben gevraagd wat er was gebeurd. Mijn kortetermijngeheugen was totaal weg.” Raymond zegt het lachend. Maar beseft ook dat het totaal anders had kunnen aflopen. “In het ziekenhuis zeiden de artsen: fijn dat je er nog bent. En dat ik niets had gebroken in mijn benen echt een wonder is. ” Een paar uur, een CT-scan en 8 hechtingen in zijn hoofd verder, mag Raymond alweer naar huis. “Pas iets later komt het besef dat het heel anders had kunnen aflopen. Dit had in het mortuarium kunnen eindigen. Die gedachte maakte mij en mijn partner in de dagen na het incident ook emotioneel.”

Steun

Wat het met je doet, zo’n incident? Raymond: “De man heeft een openstaande gevangenisstraf. Natuurlijk voel je frustratie en boosheid. Om een aantal dagen te zitten, is het je dan dit waard om iemands leven zo op het spel te zetten? Ik hoop dat hij een flinke veroordeling krijgt.
Gelukkig heeft de politie het heel voortvarend opgepakt. Toen ik uit het ziekenhuis thuiskwam en de politie belde, waren ze heel blij dat ik het had overleefd. En, ik hoorde dat ze de man in Duitsland hadden gepakt. Ik maakte een sprongetje van blijdschap. De samenwerking tussen de politie en boa’s is hier heel goed. Dat maakt ook dat we serieus genomen worden. De politie heeft echt super en snel gehandeld. Achteraf blijkt dat ik op de PD (plaats delict red.) nog heb gesproken met de politie. Daar weet ik niets meer van. Maar ze hebben daarna gelijk contact gelegd met hun collega’s in België en Duitsland waarna de man is aangehouden.”
Ook de gemeente steunt Raymond volledig in de dagen na het incident. “Dit maken we als gemeente ook niet dagelijks mee. Bloemen, kaarten, bedrijfsopvangteam (BOT) van de gemeente, ook voor mijn partner, steun van de burgemeester. Echt top. Dat doet heel goed.”
Intussen gaat het steeds beter met Raymond. “Ik ben nog wat duizelig en voel mijn been. Maar het gaat verder goed met me. Volgende week kan ik gelukkig weer aan het werk.”

Geweldsmiddelen boa

Na het incident komen vanuit verschillende hoeken reacties. Raymond: “Eén van de dingen die op sociale media voorbij kwam was de discussie over geweldsmiddelen. Die is prima te voeren, maar niet naar aanleiding van zo’n incident. Wat had ik met mijn handboeien en wapenstok kunnen beginnen? Helemaal niets.
Tegelijkertijd ben ik blij dat ik ze heb. Het geeft jezelf zekerheid en uitstraling. Dat is belangrijk. Helaas komt de discussie dit jaar weer naar voren: als je deze middelen niet gebruikt, zouden we ze weer moeten inleveren. Nee, we hebben ze nodig voor het geval dát we ze moeten gebruiken. En dat is bij ons helaas al drie keer gebeurd.”